Jeugdboekenmaand met Goedele Ghijsen

Jeugdboekenmaand Goedele Ghijsen.png

Jeugdboekenmaand met Goedele Ghijsen

Gepubliceerd door Davidsfonds op 6 maart 2023

Jeugdboekenmaand! Een hele maand in het teken van jeugdboeken onder het thema ‘geluk’. Deze week voelden we kinder- en jeugdauteur Goedele Ghijsen aan de tand over schrijven, lezen en verhalen.

Tekst: Laura Huygen

9789002277832Dag Goedele! Waar ben je momenteel mee bezig?

“Ik wacht vol spanning af of de laatste herwerkte versie van Onderstroom nu helemaal op punt staat. Het einde zat nog niet helemaal juist. Half april verschijnt het al! Tenzij het einde dus nog niet goed is, dan weet ik het niet. (lacht) Ik heb ook alweer een idee voor een tienerboek en een kinderboek, al is het nog embryonaal. Het heeft geen zin om dat te forceren, dat heeft tijd nodig en moet langzaam broeien. Dat zeg ik ook tegen mijn studenten aan de Academie in Genk.” (lacht)

Ben je al lang bezig met verhalen?

“Ik denk echt in verhalen, ook in mijn persoonlijke leven. Ik onthoud alles door middel van verhalen. Als kind was ik al gebeten door boeken. Dat werd ook gestimuleerd thuis. Toch had ik het moeilijk in het eerste leerjaar. Ik was niet schoolrijp, maar ik ben ervan overtuigd dat lezen mij gered heeft. Die ontdekking van verhalen maakte dat ik wel mee kon. Ik was ook goed in het schrijven van opstellen, waarschijnlijk omdat ik veel las. Als tiener hield ik schrijfschriftjes bij. Dat geraakte op het achterplan toen ik leerkracht Nederlands wilde worden. Toen werd schrijven ineens iets taalkundigs, iets wat ook fout kon zijn. (lacht) En als leerkracht was er steeds veel werk. Schrijven kwam er niet meer van. Ik ontdekte hoe erg ik dat creatieve miste toen mijn kinderen uit de grootste zorgen waren. Het was zo erg dat ik zelfs geen zin meer had om les te geven. Uiteindelijk is het me toch gelukt terug te beginnen schrijven. Omdat het moeilijk is om tijd vrij te maken en te schrijven aan iets dat niemand leest, ging ik op zoek naar uitgevers.”

9789002273698Hoe ben jij begonnen?

“Ik volgde lang schrijflessen bij Kaat Vrancken. Nu geef ik die opleiding zelf. Ik was destijds bezig met een eindwerk voor kinderen van 10 à 12 jaar, dat was de leeftijd van mijn eigen kinderen. Maar ik wilde geen twee jaar aan hetzelfde werken en dus moest ik iets anders verzinnen. (lacht) Ofwel een totaal ander genre, zoals poëzie, ofwel een totaal andere manier van schrijven. Zo kwam ik uit bij avi-boeken. Ik dacht altijd dat ik geen avi-verhalen kon schrijven. Avi-boekjes zijn saai, dacht ik, en je kan met al die beperkingen geen goed verhaal schrijven. Maar ik wilde het wel leuker en speelser maken. Ik ging zelf op zoek naar de avi-regels. Die zijn dus niet te vinden. (lacht) Toch ging ik aan de slag. Via mijn docente kwam ik met die verhaaltjes bij uitgeverij Van In terecht. Daarnaast gaf ik les aan tieners, dus dat verhaal lag ook op me te wachten. Voor mij werkt het om aan verschillende soorten verhalen tegelijk te werken. Al wil dat niet zeggen dat ze allemaal lukken.” (lacht)

Voor welke doelgroep schrijf je het liefst?

“Avi-schrijven is totaal anders dan schrijven voor tieners. Bij die laatste probeer je onmiddellijk je personages te vangen en hun belevenissen zo goed mogelijk op papier te zetten. Dat is meer het klassieke schrijven waarbij je op zoek moet naar de juiste toon. Ik vind dat heerlijk. Bij avi-schrijven vertrek je vanuit woorden die je kan gebruiken bij een idee, en vanuit die lijst bouw je je verhaal op. Die beperkingen maken het juist leuk, want je moét spelen met woorden.”

9789002272615Vanwaar haal jij je inspiratie?

“De beelden komen mijn hoofd binnengewaaid. Ik denk dat iedereen dat soort ideeën heeft. Alleen vang je ze als schrijver en doe je er iets mee, als ze blijven hangen. Want je kan niet elk idee dat door je hoofd gaat uitwerken. (lacht) Voor mij is dat de functie van het schrijven. Daarvoor dien ik. De ideeën zijn er, die komen niet van mij. Ik moet ermee aan de slag, anders geraken ze nooit tot bij de lezer.”

Wie is jouw grote voorbeeld?

“Zo zijn er veel. (lacht) Het boek dat van mij een lezer maakte is De lege cel van Rene Swartenbroeckx. Maar mijn grote voorbeeld is Aidan Chambers, de Engelsman die Je moet dansen op mijn graf en Dit is alles schreef. Hij is voor mij de ultieme verteller. Hij veranderde de jeugdliteratuur, was een van de eersten die jongeren serieus nam. Als ik ooit zou kunnen schrijven zoals Aidan Chambers… (lacht) Ik stuurde hem ooit een mail om hem te bedanken en ik kreeg een mail terug. Die staat ingekaderd op mijn bureau. Ik had nooit verwacht dat hij persoonlijk zou antwoorden. Heel leuk. Maar er zijn zoveel reuzen, als ik ook maar enigszins op hun schouders mag staan…”

Worden jongeren nog steeds niet serieus genomen?

“Toch wel, maar we hebben terug de neiging om pedagogische verhalen te schrijven, zoals in de jaren ’70. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat er diversiteit is in jeugdliteratuur, maar zonder dat daar een thema van gemaakt wordt. Nu helt het wat te veel over naar die kant. Voor mij is het vooral belangrijk dat een verhaal de lezer bij de kraag grijpt. Dat hoeft niet pedagogisch te zijn.”

Goedele Ghijsen_Eva Gabrielle PhotographyBij jeugdboeken komen vaak zwaardere thema’s aan bod. Is er niet meer behoefte aan iets ‘leuks’?

“Ik dacht daar ook over na. Het moeilijke is dat de gemiddelde jongere helemaal niet zo lichtvoetig in elkaar zit. Jongeren stellen zichzelf veel vragen over de wereld en liggen in de knoop met zichzelf en anderen. Dat maakt het moeilijk om een geloofwaardig personage neer te zetten dat aansluit bij die leefwereld én dat vrolijk en lieflijk is. Mijn volgende idee voor tieners is wat vrolijker, denk ik, maar echt het luchtige, dat heb ik nog niet te pakken. (lacht) Bij kinderboeken is dat anders. Elk jaar wanneer de Grote Vriendelijke 100 bekend wordt gemaakt, zoek ik uit waarom die boeken in de top staan en geen 100 andere. Een van de trends van dit jaar: positieve boeken geraken in de top 100, vooral kinderliteratuur. Voor min 12-jarigen is dat blijkbaar gemakkelijker.”

Welke tips zou je meegeven aan mensen die graag schrijven?

“Daar kan ik drie jaar over spreken. (lacht) Als je verhalen naar lezers wil brengen, moet je zelf ook lezen. Een verhaal op papier steekt anders in elkaar dan een film. En zo zie je hoe andere auteurs het doen. Mij heeft het ook enorm geholpen om schrijfopleidingen te volgen. Je schrijft meer en je krijgt handvaten aangereikt. Schrijven blijft iets magisch dat je niet helemaal kan vangen, maar net als bij schilderen kan je wel bepaalde, nuttige technieken leren. Je kan ook inzetten op wedstrijden en literaire tijdschriften, of andere mogelijke kanalen waarvan je feedback krijgt. Van die feedback leer je veel. Luister naar mensen die er iets over weten en die de vinger op de wonde durven leggen, niet alleen naar je man en kinderen die alles geweldig vinden wat je maakt. (lacht) En blijven schrijven natuurlijk.” (lacht)

Wil je graag zelf nog iets kwijt?

Ik hoop dat lezers genieten van lezen. Als je een boek niet goed vindt, leg het dan aan de kant. Er zijn zoveel boeken op de wereld en je kan ze nooit allemaal lezen, dus zorg dat je ervan geniet, dat het leuk blijft. Blijf zoeken naar boeken die jou liggen.

De boeken In het bos, Vluchtweg en Onderstroom vind je terug op davidsfonds.be/boeken.

Labels: Cultuurregio Thema | hoofdthema Thema | subthema Kunst & Cultuur Thema | subthema Mens & Maatschappij Thema | subthema Religie & Zingeving Thema | subthema Taal Vaste organisatie-brede koepelactiviteit


De boeken van Jos Vandervelden

9789022340653.jpg

De mooiste geschiedenis van België

9789002268649.jpeg

Op reis met Vlaamse meesters

9789022340639.jpg

De verborgen geschiedenis van Vlaanderen

9789022340646.jpg

De verloren geschiedenis van Vlaanderen