Morgenkoffie bij aankomst in Villers. Aansluitend bezoek aan de abdijruïne.

De abdij van Villers werd gesticht in 1146 als dochterabdij van Clairvaux, in opdracht van Sint-Bernardus, en opgebouwd tussen 1190 en 1267. In de 13^de eeuw leefden er een bloeiende gemeenschap van 100 monniken en wel 300 lekenbroeders. Ze verwierven 10.000 ha gronden van Antwerpen tot Namen en kregen een geweldige culturele uitstraling. In de 16^de eeuw had de abdij fel te lijden onder de godsdienstoorlogen.

De 17de en 18^e eeuw bracht nieuwe bloeiperiodes tot 1794 toen Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden binnenviel. Soldaten verdreven de monniken en de eigendommen werden openbaar verkocht. Het begin van het totale verval. Tot de Belgische staat in 1893 het domein verwierf en de ruïnes voor verdere aftakeling en totale verdwijning behoede.

Na de verkenning van de abdijruïne genieten we van een middagmaal van de streek.

Rond 14u30 brengt de bus ons naar Annevoie-Rouillon waar we de unieke watertuin van het kasteel van Annevoie bezoeken. Die is ontworpen en gebouwd tussen 1758 en 1776 door Charles-Alexis van Montpellier. Het hele domein is een ‘tuin van water’. Een vijftigtal fonteinen, waterstralen en watervallen, met water afkomstig uit vier bronnen, bevoorraden de waterbekkens en vijvers. Op het hoogste deel van het domein bouwde Charles-Alexis een 400 meter lang kanaal, het hoofdreservoir, gevoed door bronnen. Volgens het principe van de ‘communicerende vaten’ worden de kunstwerken met water gevoed. Water blijft al 250 jaar zonder onderbreking sproeien en vloeien. Pompen worden nergens ingezet. Uiteindelijk belandt al het water in de rivier Rouillon die door het domein stroomt.

De stijlvolle tuin op zich is een prachtig voorbeeld van perfecte combinatie van magie en puurheid.

Het 18^e-eeuwse waterkasteel uit 1758, tot 2000 eigendom van de familie de Montpellier, is niet open voor het publiek.