
Dagmar Vandebosch werpt een blik op een woelige en beslissende periode in de Spaanse geschiedenis.
In de 16de eeuw veranderde Spanje ingrijpend. Na eeuwen van religieuze strijd kwam het land onder het gezag van de Habsburgse dynastie. Onder leiding van keizer Karel V en later zijn zoon Filips II groeide Spanje uit tot een machtig wereldrijk met bezittingen in Europa, Azië, Afrika en Amerika. Vanuit Toledo en later Madrid bestuurden zij een rijk waar de zon nooit onderging. Deze periode bracht niet alleen politieke macht, maar ook grote culturele en artistieke bloei. Tegelijkertijd leidde de centralisatie van de macht en de strenge katholieke koers tot spanningen en opstanden.
Dagmar Vandebosch werpt een blik op deze woelige en beslissende eeuw in de Spaanse geschiedenis. Ze onderzoekt hoe het bestuur van de eerste Habsburgers Spanje voorgoed veranderde en kijkt naar de politieke, sociale, culturele en artistieke evoluties die het land onderging.
I.s.m. Davidsfonds Lichtervelde